top of page
Zoeken

Ben jij wel een goede ouder?!

Ik scrolde dit weekend nog eens door mijn Instagram (big mistake 😉) en werd op slag misselijk van alle berichten die ik te lezen kreeg rond opvoeden, voeden, slapen,... Bij jonge kinderen!

Deze posts, berichten en wijdverspreide ideeën maken me soms zo furieus...

Wordt er eigenlijk wel ECHT gekeken naar de neurologische en biologische ontwikkeling van het kind?

Of vinden we al deze regeltjes uit zodat je als ouder het gevoel krijgt dat je het "goed" doet als je deze volgt?! Eigenlijk is het een belediging naar jullie toe, als ouders, dat anderen ervan uit gaan dat ze jullie moeten “verbieden” of "gebieden" om dingen te doen!

Het is alsof sociale media een plaats geworden is om elkaar een schuldgevoel te geven, wanneer je niet mee volgt of denkt in de ene of andere "stroming" binnen het opvoeden!

Daarom deze blog! Ik duik graag even in de neurologische en biologische aspecten van opgroeiende kinderen en welke mogelijkheden er zijn ter ondersteuning! Zo kan jij als ouder ZELF beslissen wat je verkiest om te doen met en voor jouw kleintje!



Een slaapzak zou gevaarlijk zijn...

1. Veiligheid en preventie van wiegendood (biologisch aspect):

  • Beperking van bewegingsvrijheid: Slaapzakken voorkomen dat een baby zichzelf per ongeluk bedekt met los beddengoed, wat kan leiden tot verstikking of oververhitting.

  • Temperatuurregulatie: Biologisch gezien hebben baby's moeite met het reguleren van hun lichaamstemperatuur. Een goed gekozen slaapzak helpt om een stabiele en comfortabele temperatuur te behouden, wat het risico op oververhitting verlaagt.

  • Preventie van omrollen: Slaapzakken maken het moeilijker voor een baby om zich accidenteel om te rollen wanneer ze hiervoor nog niet klaar zijn.

2. Bevordering van een veilige slaapomgeving (neurologisch aspect):

  • Regulatie van het zenuwstelsel: Een gevoel van geborgenheid in een slaapzak kan het zenuwstelsel van een baby kalmeren. Het simuleert de begrenzing van de baarmoeder, wat rust en veiligheid bevordert.

  • Stimulatie van circadiane ritmes: Een consistente slaapomgeving, inclusief het gebruik van een slaapzak, ondersteunt de ontwikkeling van circadiane ritmes. Dit helpt het kind om een gezond slaap-waakritme te ontwikkelen, wat essentieel is voor neurologische ontwikkeling.

3. Motorische ontwikkeling (neurologisch en biologisch):

  • Veilig bewegen: Slaapzakken beperken het risico op gevaarlijk verstrikken in dekens, maar geven voldoende ruimte voor veilige beweging. Dit is belangrijk omdat baby's leren om hun ledematen te coördineren.

  • Voorkomen van schrikreflex: Slaapzakken helpen om onwillekeurige bewegingen, zoals het Moro-reflex (schrikreflex), te verminderen. Dit reflex kan baby's wakker maken en een verstoorde slaapcyclus veroorzaken.

4. Slaap en hersenontwikkeling (neurologisch aspect):

  • Diepe slaap bevorderen: Voldoende en rustige slaap is cruciaal voor de hersenontwikkeling bij baby's. Tijdens de slaap vinden processen plaats zoals synaptische pruning (het versterken van belangrijke neurale verbindingen) en het opslaan van nieuwe informatie.

  • Cortisolreductie: Een comfortabel en veilig gevoel in een slaapzak kan stressniveaus verminderen. Minder stress betekent een lager cortisolniveau, wat essentieel is voor gezonde hersenontwikkeling.

5. Associatie en routine (psychologisch en neurologisch):

  • Slaapassociatie: Het gebruik van een slaapzak kan een positieve slaapassociatie creëren. Wanneer een baby een slaapzak associeert met slapen, stimuleert dit een consistent slaapritme en minder verzet tegen bedtijd.

  • Neurologische regulatie door voorspelbaarheid: Regelmatige routines, zoals het gebruik van een slaapzak, helpen bij de neurologische ontwikkeling door voorspelbaarheid en structuur te bieden.



"Je baby slaapt op zijn/haar buik?" Weet jij wel hoe gevaarlijk dit is?!

1. Biologische redenen waarom buikslapen beter aanvoelt:

  1. Geborgenheid en comfort:

    • Natuurlijke houding: Tijdens de zwangerschap zijn baby's gewend in een gebogen, compacte houding in de baarmoeder te liggen. De buikligging bootst deze geborgenheid na, omdat het lichaam zich dichter bij de ondergrond bevindt.

    • Druk en proprioceptie: De druk op de buik en de voorkant van het lichaam stimuleert het proprioceptieve systeem (het bewustzijn van de lichaamspositie). Dit geeft een gevoel van veiligheid en stabiliteit.

  2. Vermindering van schrikreflex (Moro-reflex):

    • Baby's hebben een sterke Moro-reflex, waarbij ze plotseling hun armpjes spreiden en trappelen. Deze reflex wordt vaker geactiveerd in rugligging omdat de armen vrij zijn om te bewegen. In buikligging worden de armen en benen automatisch meer gebogen en gebufferd, waardoor deze reflex minder vaak voorkomt. Dit zorgt voor een rustigere slaap.

  3. Verbeterde spijsvertering:

    • Bij sommige baby's kan buikligging helpen bij het verlichten van gas of koliek, omdat de druk op de buik spijsverteringsproblemen kan verminderen. Dit maakt slapen comfortabeler, vooral na een voeding.

2. Neurologische redenen waarom buikslapen natuurlijker kan zijn:

  1. Activatie van het parasympathische zenuwstelsel:

    • Buikligging kan het parasympathische zenuwstelsel (het "rust-en-herstelsysteem") activeren. Dit helpt baby's zich meer ontspannen en kalm te voelen, waardoor ze beter slapen.

    • De druk op de buik stimuleert ook de nervus vagus (een belangrijke zenuw), wat helpt om het hartritme en de ademhaling te reguleren en stress te verminderen.

  2. Verbeterde sensorische input:

    • Baby's hebben een sterk ontwikkeld tastzintuig, en de fysieke aanraking van hun buik en gezicht met het matras biedt een rustgevende sensorische input. Dit kan hun hersenen geruststellen en slaap bevorderen.

  3. Ademhalingscontrole en ritme:

    • In buikligging voelen baby's de druk op hun borst en buik, wat hen helpt hun ademhaling op een meer natuurlijke manier te reguleren. Hoewel dit comfortabel kan zijn, brengt het een risico met zich mee als baby's nog niet sterk genoeg zijn om hun hoofd opzij te draaien.

3. Waarom slapen op de buik niet wordt aanbevolen (veiligheidsrisico's):

Hoewel buikslapen natuurlijk aanvoelt en baby's er vaak dieper door slapen, zijn er veiligheidsrisico's:

  1. Lagere arousal bij zuurstoftekort:

    • Baby's die op hun buik slapen, hebben een verminderde prikkelbaarheid van het brein wanneer zuurstofniveaus dalen (bijvoorbeeld bij het herinademen van uitgeademde lucht). Hierdoor kunnen ze moeite hebben zichzelf te wekken om adem te halen.

  2. Verminderde luchtstroom:

    • In buikligging kan de neus dichter bij het matras liggen, wat de luchtstroom beperkt en het risico op verstikking verhoogt.

  3. Onrijpe motorische vaardigheden:

    • Pasgeborenen en jonge baby's hebben vaak niet de spierkracht om hun hoofd volledig opzij te draaien of omhoog te tillen. Dit verhoogt het risico op ademhalingsproblemen.

4. Conclusie:

Vanuit biologisch en neurologisch perspectief kan buikslapen voor een baby natuurlijker en comfortabeler aanvoelen vanwege de geborgenheid, druk op het lichaam, en een betere regulatie van reflexen en ademhaling (dus zomaar stikken zullen ze zeker niet doen!). Voor pasgeboren baby's met beperkte spierkracht wordt buikslapen best enkel gedaan onder toezicht en op een stevige ondergrond die ademend is. Als baby's ouder worden en meer motorische controle ontwikkelen (meestal rond 6 maanden) kunnen ze zichzelf gemakkelijker in een veilige slaaphouding draaien en vormt buikslapen sowieso geen probleem meer, wanneer dit kan in veilige omstandigheden.



Samen slapen zou moeten aangemoedigd worden en de norm zijn...

1. Biologische redenen:

  • Veiligheidsinstinct: Baby's zijn biologisch afhankelijk van hun ouders voor bescherming. In de oertijd betekende nabijheid van de ouder bescherming tegen gevaren zoals roofdieren, kou en honger. Dit instinct is nog steeds aanwezig, en baby's voelen zich veiliger als ze dichtbij hun ouders zijn.

  • Regulatie van lichaamsfuncties: Wanneer een baby dicht bij een ouder slaapt:

    • Ademhaling: Het horen en voelen van het ademhalingsritme van een ouder helpt baby's om hun eigen ademhaling te reguleren.

    • Hartslag: De nabijheid van een ouder kan een kalmerend effect hebben op de hartslag van de baby, wat zorgt voor een meer ontspannen en rustige slaap.

    • Temperatuurregulatie: De lichaamswarmte van een ouder helpt de baby een stabiele lichaamstemperatuur te behouden.

  • Voeding: Bij borstvoeding kan slapen dicht bij de moeder het voeden ’s nachts makkelijker maken. Baby’s krijgen hierdoor frequente, kleine voedingen, wat biologisch past bij hun kleine maagjes.

2. Neurologische redenen:

  • Stressreductie: Nabijheid verlaagt het cortisolniveau (stresshormoon) in het lichaam van een baby en verhoogt de aanmaak van oxytocine (het "liefdeshormoon"). Dit bevordert ontspanning en een gevoel van veiligheid.

  • Regulatie van het zenuwstelsel: Baby's hebben nog een onrijp zenuwstelsel. Het nabij zijn van een ouder fungeert als een externe regulator die helpt om hun zenuwstelsel in balans te houden.

  • Sociale en emotionele ontwikkeling: Dicht bij een ouder slapen helpt baby's om een veilige hechtingsrelatie te ontwikkelen, wat cruciaal is voor hun latere emotionele en sociale vaardigheden.



Wat kun je doen als samen slapen niet mogelijk of gewenst is?

Als samen slapen geen optie is (bijvoorbeeld omdat jij en/of je partner niet kan slapen met een baby in bed, je baby continu wakker wordt van jou of je partner of je er gewoon voor kiest om dit niet te doen) , zijn er verschillende manieren om de biologische en neurologische behoeften van je baby toch te ondersteunen:

1. Nabijheid en contact gedurende de dag:

  • Draag je baby: Gebruik een draagdoek of ergonomische draagzak om overdag veel huid-op-huidcontact te bieden. Dit bevordert veiligheid, ontspanning en een gevoel van geborgenheid.

  • Huid-op-huidcontact: Spendeer tijd met je baby in directe aanraking, bijvoorbeeld door je baby op je borst te laten rusten tijdens het voeden of knuffelen. Dit ondersteunt de oxytocine-aanmaak en bevordert de hechting.

2. Creëer een slaapomgeving die veiligheid en rust uitstraalt:

  • Gevoel van geborgenheid: Gebruik een slaapzak/inbakerdoek/diepedruk laken/nestje/... om het gevoel van geborgenheid te imiteren. Dit geeft een veilig en knus gevoel, vergelijkbaar met samen slapen.

  • Lichaamsgeur: Leg een item met jouw geur (zoals een gedragen shirt) in de buurt van het bedje, zodat de baby jouw aanwezigheid voelt.

  • Rustige omgeving: Zorg voor een donkere, stille en comfortabele slaapomgeving. Gebruik een witte-ruismachine om de geluiden van je ademhaling of hartslag na te bootsen.

3. Blijf aanwezig tijdens het in slaap vallen:

  • Troostende aanwezigheid: Ga naast de baby zitten totdat hij in slaap valt. Gebruik zachte woorden, een kalmerende aanraking of wieg de baby zachtjes. Dit helpt de baby te ontspannen en geeft een gevoel van nabijheid.

  • Rituelen: Creëer een vast bedtijdroutine (bijvoorbeeld een badje, voorlezen, zingen), zodat de baby een voorspelbare en geruststellende overgang heeft naar het slapen.

4. Veiligheid in de slaapkamer:

  • Rooming-in: Als samen slapen niet mogelijk is, kun je overwegen de wieg van de baby in jouw kamer te plaatsen of ga zelf in de kamer van je kleintje slapen. Dit maakt het voor de baby gemakkelijker om jouw aanwezigheid te voelen en te horen.

  • Co-sleeper: Gebruik een co-sleeperbedje dat direct naast je eigen bed staat. Zo behoud je nabijheid zonder direct samen te slapen.

5. Ondersteuning van zelfregulatie:

  • Troost bieden bij nachtelijke wakker worden: Reageer snel op de signalen van je baby. Het consistent reageren op huilen versterkt de hechting en het vertrouwen.

  • Rustige overgang: Als de baby ouder wordt, kun je langzaam de nabijheid afbouwen door het bedje geleidelijk verder van jouw bed te plaatsen.


Aanwezigheid bij driftbuien of huilen is niet voldoende, je moet ook actief inzetten op troosten. Je kleintje laten uitrazen bij driftbuien zou niet de oplossing zijn...

1. Biologische aspecten:

  • Behoefte aan veiligheid, niet direct troost: Voor jonge kinderen is de primaire behoefte tijdens driftmomenten vaak simpelweg de nabijheid van een ouder. Biologisch gezien associeert een kind de aanwezigheid van een ouder met veiligheid en bescherming. Dit komt voort uit evolutie: de nabijheid van een verzorger garandeerde bescherming tegen gevaren.

  • Lichaamsregulatie door nabijheid: De nabijheid van een ouder helpt een kind om fysiologische processen zoals ademhaling en hartslag te reguleren. Dit is vaak voldoende om de piek van emotionele stress te doorstaan, zonder dat fysieke ingrepen zoals oppakken of voeden nodig zijn.

2. Neurologische aspecten:

  • Emotionele zelfregulatie: Driftmomenten zijn normaal en belangrijk voor de neurologische ontwikkeling. Tijdens deze momenten leert het kind om te gaan met intense emoties zoals frustratie, boosheid of verdriet. Als een ouder simpelweg aanwezig blijft zonder direct in te grijpen, krijgt het kind de kans om zelf strategieën te ontwikkelen om emoties te verwerken.

  • Rustgevende werking van ouderlijke aanwezigheid: De aanwezigheid van een ouder activeert het parasympathische zenuwstelsel (het "rust-en-herstelsysteem") van het kind. Het zien, horen of ruiken van een ouder is vaak genoeg om het kind te kalmeren, omdat het brein de ouder associeert met troost en veiligheid.

  • Gevoel van autonomie: Door een kind de ruimte te geven om emoties te ervaren, ontwikkelt het een gevoel van autonomie en leert het beter omgaan met teleurstellingen of frustraties.


Waarom is het niet bevorderlijk om huilen steeds te stoppen door oppakken of voeden?

1. Verstoring van zelfregulatie:

  • Afhankelijkheid van externe troost: Als een ouder constant ingrijpt door het kind op te pakken of te voeden, leert het kind dat externe factoren nodig zijn om emoties te kalmeren. Dit kan de ontwikkeling van zelfregulatie vertragen, wat betekent dat het kind later mogelijk meer moeite heeft om zelfstandig met stress om te gaan.

  • Neurologische overprikkeling: Door een kind steeds op te pakken of te voeden tijdens elk driftmoment, kan het zenuwstelsel overprikkeld raken, omdat het kind geen kans krijgt om emoties zelfstandig te verwerken.

2. Verstoring van natuurlijke emotionele ontwikkeling:

  • Geen ruimte voor emotionele ervaring: Het ervaren en doorstaan van negatieve emoties is cruciaal voor een gezonde emotionele ontwikkeling. Als een ouder voortdurend probeert emoties te "fixen", leert het kind niet dat het oké is om boos, verdrietig of gefrustreerd te zijn.

  • Afhankelijkheid van borstvoeding als troost: Voeden met de borst als primaire oplossing voor huilen kan ervoor zorgen dat een kind voedsel gaat associëren met emotionele regulatie. Dit kan later leiden tot een afhankelijkheid van eten als copingmechanisme.

3. Grenzen tussen behoeften en wensen:

  • Huilen is niet altijd een "nood": Huilen is een communicatiemiddel, maar het betekent niet altijd dat een kind iets nodig heeft. Soms heeft een kind simpelweg de ruimte nodig om emoties te uiten. Door constant in te grijpen, kan een ouder onbedoeld signalen verkeerd interpreteren en het onderscheid tussen behoeften en wensen vervagen.


Wat is wél bevorderlijk voor de ontwikkeling van het kind?

1. Aanwezigheid en validatie van emoties:

  • Blijf aanwezig: Een kind hoeft niet fysiek opgetild te worden om zich veilig te voelen. Je aanwezigheid, oogcontact en kalme stem zijn vaak voldoende.

  • Noem de emotie: Benoem wat je ziet, bijvoorbeeld: "Ik zie dat je boos bent," of "Het is moeilijk voor je." Dit helpt het kind om emoties te herkennen en te begrijpen.

2. Grenzen bieden:

  • Ruimte voor emoties: Geef het kind de ruimte om zijn driftbui te doorleven, terwijl je duidelijk maakt dat je beschikbaar bent. Bijvoorbeeld: "Ik ben hier. Het is oké om boos te zijn."

  • Consistentie: Blijf kalm en bied een voorspelbare respons, zodat het kind weet dat emoties mogen bestaan en niet "gerepareerd" hoeven te worden.

3. Bevorderen van zelfregulatie:

  • Modelgedrag: Toon zelf kalmte en geduld, zodat het kind leert hoe het zijn eigen emoties kan reguleren.

  • Stimuleren van zelfstandigheid: Moedig het kind aan om zelf met oplossingen te komen als het ouder wordt. Bijvoorbeeld: "Wat denk je dat je nu kunt doen om je beter te voelen?"

 

Ik deel graag deze twee links naar een mooie video's die aangeven hoe mooi troosten kan zijn als je rekening houdt met de ruimte die een kind soms nodig heeft:


Stefanie Vandewalle - Kindertolk & coach voor ouders - www.ki-ou.be


Wat geef ik nog graag even mee... Wanneer er gesproken wordt over de onderzoeken in de ontwikkeling van een kind kan je evenveel onderzoeken vinden die "pro" en bepaald idee zijn, als onderzoeken die aantonen dat het beter is om deze ideeën niet te doen! Dit is dan ook de reden voor deze blog... Ik wil jullie graag even meedelen dat je naar bepaalde "populaire sociale kwesties" ook op een andere manier kan kijken! En nu je de online visies hebt gelezen en bovenstaande info, vertrouw ik erop dat JIJ, de ouder van je eigen kind, prima kan aanvoelen wat werkt voor jullie! Dit los van schaamte of schuldgevoelens als je niet de populaire stroming volgt of net wel. As I always say...YOU DO YOU! 😜


Good luck! 🌸🍀🌸


TROUWENS...

Wil jij jou scholen in de biologische en neurologische ontwikkeling van een jong kind op gebied van slapen, voeding, spel, regulatie,... Dan kan dit bij THE SLEEP CODE ACADEMY! Een opleiding die inzet op het delen van wetenschappelijke informatie en deze ook onder de loop neemt. Dit aan de hand van casussen, groepsdiscussies en het bekijken van een situatie vanuit alle invalshoeken! In onze academie gaan we voor PARENT EMPOWERMENT, zodat ouders kunnen beslissen wat best is voor hen en hun gezin, zonder vooroordelen of te volgen regeltjes!

Lijkt jou dit wel iets? Dan kan je nog inschrijven via deze link: https://www.thesleepcodeacademy.com/inschrijven25



133 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentários


  • Facebook
  • Instagram

Debabyslaapcoach Vlaams gewest belgie

Lise Dullaerts

© Copyright – sinds 2016 – Lise Dullaerts - Alle rechten voorbehouden

Vlaams gewest - België
Oost- Vlaanderen

bottom of page